In Nederland worden elk jaar zo’n 700 eeneiige tweelingparen - dus 1400 baby’s - geboren met een gedeelde placenta. Ze moeten die placenta met elkaar delen, terwijl een placenta gemaakt is om één kind te voeden. Het gaat dan ook geregeld mis. Via de placenta kan bloed van de ene naar de andere tweeling stromen en soms is de placenta ongelijk verdeeld tussen de tweeling. Een van de twee krijgt dan te weinig voeding binnen en loopt een groeiachterstand op. Het LUMC onderzoekt met de Twinlife studie wat de gevolgen hiervan zijn op de gezondheid van deze kinderen op latere leeftijd

Het LUMC en zijn Willem Alexander Kinderziekenhuis (WAKZ) zijn het nationale verwijs- en topreferente behandelcentrum voor gecompliceerde tweelingzwangerschappen. De Twinlife studie is ontstaan uit een twintig jaar lange samenwerking tussen de afdelingen Verloskunde, Foetale Behandeling en Neonatologie van het WAKZ. Daarin is de zorg voor deze bijzondere groep tweelingen en het daaraan verbonden medisch wetenschappelijk onderzoek gekoppeld aan de unieke kennis binnen het LUMC over moleculaire en cellulaire processen.

Uit eerder onderzoek van het LUMC onder Hongerwinterkinderen die in de baarmoeder ondervoed raakten, weten we dat de epigenetische afstelling van het DNA blijvend kan veranderen door omstandigheden voor de geboorte. Het Twinlife-onderzoeksteam brengt in kaart hoe de afstelling van het DNA verandert door zwangerschapscomplicaties bij een gedeelde placenta. Hiervoor verzamelen de onderzoekers niet alleen bloedmonsters, maar ook speciale stamcelachtige cellen uit de navelstreng van de tweelingen. Omdat de tweelingen eeneiig zijn en hun DNA exact hetzelfde is, kunnen ze met ongekende precisie zien waar de afstelling van het DNA is ontspoord.

Voor de Twinlife studie hebben gynaecologen, neonatologen, celbiologen, kindercardiologen, psychologen, endocrinologen, radiologen, statistici en epigenetici de handen ineengeslagen. Sinds de start van deze studie in 2019, doen al meer dan 160 tweelingparen en hun ouders mee. Al voor de geboorte worden de tweelingen uitgebreid gevolgd. De eerste tweelingen zijn al op hun tweede teruggekomen naar het WAKZ voor vervolgonderzoek. Daarin zijn hun groei, de neuropsychologische ontwikkeling en de gezondheid van hun hart- en bloedvaten gemeten.

Met nieuwe inzichten uit het Twinlife-onderzoek verwachten we dat zorgverleners nog beter in staat zijn om kwetsbare tweelingen vroeg te herkennen en te behandelen. De lessen die we dankzij deze bijzondere groep tweelingen leren, zijn ook toepasbaar op al die andere kinderen die een slechte start hebben gehad in de baarmoeder. Zodat we ook hen een kansrijke start kunnen bieden.

Als universitair medisch centrum werken we aan een steeds betere gezondheid voor iedereen. Door de unieke samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en zorg.

Wij zetten ons elke dag in voor het leven van morgen.

Dankzij de inzichten uit het Twinlife-onderzoek verwachten we dat dokters beter in staat zijn om kwetsbare tweelingen vroeg te herkennen en te behandelen

Tweelingonderzoek LUMC

We konden het tweelingonderzoek Twinlife starten dankzij een subsidie van de Hartstichting. Meer informatie vind je  op twinlifestudy en foetaletherapie.

Terug naar overzicht